De eerste bruikbare displays van dit type werden in 1967 ontwikkeld in de laboratoria van Optel, Microma en Texas Instruments. De eerste toepassing als display in een polshorloge werd in 1972 gerealiseerd door de Zwitserse 'Société des Garde Temps'. LCD zal kort worden besproken.
Het omgevingslicht gaat door het frontglas, een vloeibaar kristal laag van 0,025 mm dikte, en wordt geabsorbeerd in de zwarte achterplaat. Op beide glasplaten zijn geleidende transparante elektroden bevestigd. Wanneer een spanning tussen 10 en 20 volt op de elektroden wordt aangelegd, wordt de rangschikking van de moleculen vernietigd door de botsingen van de bewegende ionen, waardoor het licht wordt verstrooid en dit deel van het LCD-scherm er donkerder uitziet dan de rest van het scherm.
Door de zwarte plaat te vervangen door een spiegel is het mogelijk om de cel reflecterend te gebruiken. De segmenten die niet worden bekrachtigd, laten het licht voorbijgaan, waardoor de spiegel het licht weerkaatst en de cijfers vormt. De laag in het elektrische veld tussen de elektroden verstrooit het licht in alle richtingen en ziet er donker uit. Als er helemaal geen spanning staat, is het display helder en zijn de gespiegelde delen zichtbaar. De laatste weergave is het meest toegepast. De problemen met dit display bestonden in de noodzaak van een transformator om minimaal 15 tot 20 Volt te produceren en het feit dat het niveau van de vermogensdissipatie zo hoog werd, dat er elke acht maanden nieuwe batterijen nodig waren.
De eerste dynamische verstrooiende LCD's hadden een display geproduceerd door Optel of Micromag.
Optel
De Optel Corporation uit Princeton, New Jersey, VS, werd in 1969 opgericht door RCA met als doel de ontwikkeling en verkoop van LCD-schermen aan het grote publiek. Het onderzoek was zo duur dat drie Zwitserse bedrijven financieel moesten participeren. Daarom gingen S.S.I.H., Landis & Gyr en Gebefina in 1971 samenwerken met Optel. Ondanks deze samenwerking mislukte het project, wat resulteerde in het faillissement van Optel op 18 juni 1978.
De volgende horloges gebruikten dit type display:

1972
Het LCD-horloge is ontwikkeld door een groep van zes horlogefabrieken genaamd 'Société des Garde-Temps S.A.' (SGT) van La Chaux-de-Fonds, Zwitserland. De volgende merknamen zijn te vinden op deze horloges: Avia SA, Waltham International SA en Sandoz SA in Neuchâtel, Waltham Watch Co. (Walchron) uit Chicago, VS, en de volgende Zwitserse bedrijven: Titus uit Bienne, Helvetia uit Neuchâtel, Delvina uit Genève, Ditronic, Rodania van Grenchen, Wyler (Computime), Glycine, Elvia, Silvana, Milus van Bienne, Richard, BWC van Buttes en Zodiac van Le Locle. Het horloge werd op 6 maart 1972 op de Bazelse beurs voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Het was uitgerust met een kwartskristal van Motorola en een IC van SSS (Solid State Scientific). SGT verkocht ongeveer 15.000 stuks.
De SGT werd opgericht in 1968. Het was een vereniging van elf horlogemakers: Avia, E. Vuilleumier, W. Mathey, Fleurier Watch, Silvana, Solvil & Titus, Montres Helvetia, twee verkoopfilialen, vier productiebedrijven en een financieringsmaatschappij .
In 1968 namen Avia, Invicta en Sandoz de Waltham Watch Co. Chicago, VS over. In die tijd was het de belangrijkste Zwitserse investering in de Amerikaanse horloge-industrie.
In oktober 1970 traden twee grote firma's toe tot SGT: Invicta S.A. en Sandoz S.A. SGT wist de derde plaats te veroveren tussen de Zwitserse horloge-conglomeraten.
In 1972 toont een groep van vijf Duitse horlogefabrieken op de 'Hannover Messe' in Duitsland een nieuw LCD-horloge: de 'Pallas Quarz'. Deze firma's waren: Adora uit Schwabisch Gmund, Eppo, Exquisit, Ormo en Para uit Pforzheim, Duitsland. In Nederland werd het horloge verkocht onder de merknaam 'Lasita Quarz'.
De Tissot 'Datarecorder', de Hamilton 'Laser' en de Lanco 'OTX' worden gelanceerd op de 1972 Basel Fair. Deze horloges hebben nooit het productiestadium bereikt.
1973
The General Time Corporation, Mesa Arizona USA, verkocht dit horloge onder de merknamen 'Westclox' en 'Seth Thomas Quartz Matic'.
1974
In 1974 kondigt een groep van drie Duitse en een Zwitserse horlogefabriek op de Bazelse beurs haar LCQ 575 horloge met liquid crystal display aan. De leden van dit syndicaat waren: Arctos en Provita uit Pforzheim, Duitsland en Buttes Watch Co. uit Buttes, Zwitserland. Er zijn slechts enkele horloges met dit display vervaardigd, geen commerciële productie.
Microma
Microma Universal uit Cupertino Mountain View, Californië, VS, was een dochteronderneming van Intel Corporation. Het moduledisplay is geproduceerd door Hamlin uit Lake Mills, Wisconsin. Vijfentwintig procent van de horloges werd teruggestuurd naar de fabriek voor reparatie.
De eerste modules bevatten twee batterijen, de laatste slechts één. Vanaf januari 1973 wordt Nepro de exclusieve distributeur voor Intel van de Microma LCD-lijn in Europa. Omdat Microma zijn contractuele verplichtingen niet nakwam, wendde Nepro zich tot IDS, een joint venture van General Electric en Solid State Scientific.

Texas Instruments
Kaliber ESA 9260 van de 'Swissonic 2000' lijn, geproduceerd door Ebauches S.A. (ESA), Longines en Texas Instruments met de naam 'Clepsydre' komt op de markt. Er werden door Longines maar heel weinig horloges verkocht. In 1972 won dit horloge een prijs als een van de honderd meest geavanceerde producten van het jaar 1972, jaarlijks uitgereikt door de 'Annual Research Conference and Awards'.